De werkafspraken zijn opgesteld volgens de richtlijnen van de NHG-Standaard Atriumfibrilleren en de European Society of Cardiologie (ESC).
De werkafspraken zijn opgesteld volgens de richtlijnen van de NHG-Standaard Atriumfibrilleren en de European Society of Cardiologie (ESC).
Preventie van trombo-embolie met orale anticoagulantia
Keuze van medicatie
Indicaties orale anticoagulantia
Het wel of niet starten van DOAC dient individueel afgewogen te worden, waarbij verwacht voordeel en patiëntvoorkeur meegewogen dienen te worden.
Contra-indicaties orale anticoagulantia
Voor doseringen zie richtlijnen over DOAC’s in de NHG-standaard Atriumfibrilleren.
De regionale afspraken antistolling zijn op dit moment nog in herziening.
Figuur 1. Diagram Indicatie voor verlaging ventrikelvolgfrequentie
Diagnose atriumfibrilleren
De diagnose AF kan alleen vastgesteld worden met een standaard 12-kanaals-ecg of 1-kanaals-ecg waarop atriumfibrilleren > 30 seconden geregistreerd wordt, beoordeeld door een arts met een device met CE keurmerk.
Verwijzing naar tweede lijn:
1. Direct overleg met de cardioloog
Bij nieuw vastgesteld atriumfibrilleren, wat veel klachten geeft door een snelle ventrikelvolgfrequentie (> 110/min), is er de mogelijkheid tot cardioversie. Cardioversie is vaak succesvol, draagt bij aan snelle vermindering van klachten en kan, indien dit binnen 24 uur tot maximaal 48 uur, gebeurd nog zonder antistolling plaatsvinden.
2. Verwijzing bij nieuw vastgesteld atriumfibrilleren
3. Overige indicaties voor verwijzing
Figuur 2. Stroomschema nieuw vastgesteld Atriumfibrilleren
Indien de cardioloog de patiënt terugverwijst naar de huisarts, verstrekt de cardioloog in begrijpelijke verslaglegging zonder specifieke afkortingen de volgende gegevens:
De cardioloog informeert de patiënt over de terugverwijzing naar de huisarts en adviseert om zelf een afspraak te maken bij de huisarts met een termijn van 3 maanden. Gezien de mogelijke co-morbiditeiten komt de patiënt met gekend AF periodiek onder controle bij de praktijkondersteuner en/of huisarts door middel van het CVRM protocol. Laboratoriumonderzoek (Hb, nierfunctie) en medicatie controle dient minstens 1x/jaar verricht te worden.
Patiënten met de diagnose AF worden opnieuw van de huisarts naar de cardioloog verwezen als er sprake is van:
Behandeling vindt plaats conform het CVRM-protocol van de NHG.
Transmurale zorgstandaard Atriumfibrilleren (versie 10-07-2024)
Juli 2024