Alle middelen:
Om een mogelijkheid op een bloeduitstorting te verkleinen vraagt u de patiënt/mantelzorger om na de vaccinatie de prikplek minimaal 2, bij voorkeur 10 minuten stevig af te (laten) drukken, niet wrijven.
Bij gebruik van acenocoumarol/fenprocoumon: de trombosedienst zorgt voor een INR < 3.5 op de dag van de vaccinatie
- Op de kalender van de patiënt staat vermeld: “het corona vaccin mag toegediend worden”
Bij gebruik van trombocytenaggregatieremmers (zowel monotherapie als duale plaatjesremming):
Acetylsalicylzuur (Aspro, Aspirine, Alka-Seltzer), clopidogrel (Grepid, Iscover, Plavix), dipyridamol (Persantin), prasugrel en ticagrelor.
- Vaccinatie kan worden toegediend
Bij gebruik van een DOAC:
Rivaroxaban (Xarelto), edoxaban (Lixiana), apixaban (Eliquis), dabigatran (Pradaxa).
- Vaccinatie kan worden toegediend
- Vaccinatie bij voorkeur in de middag
Bij gebruik van een LMWH:
Nadroparine (Fraxiparine, Fraxiparine Forte, Fraxodi), dalteparine (Fragmin), tinzaparine (Innohep) en enoxaparine (Clexane, Inhixa, Lovenox).
Bij gebruik van een profylactische dosering LMWH:
- Vaccinatie kan worden toegediend
Bij gebruik van een therapeutische dosering LMWH:
- Vaccinatie bij voorkeur in de middag
Door DOAC of LMWH:
- Belangrijk is timing van vaccinatie tov inname DOAC/LMWH toediening, piekspiegel is 3-4 uur na inname
- 1d DOAC/LMWH: minimaal 12 uur tussen laatste inname DOAC/toediening LMWH en vaccineren.
- 2d DOAC/LMWH: vlak voor inname DOAC/toediening LMWH vaccineren
- Indien niet haalbaar, dan vaccineren in ieder geval > 4 uur na laatste inname/toediening
- Indien vaccinatie toch < 4 u na inname DOAC/toediening LMWH, dan 10 minuten stevig afdrukken zonder te wrijven