Print deze werkafspraak

Acuut coronair syndroom (ACS)

Therapeutische richtlijn

Acuut coronair syndroom (ACS) of vermoeden van het bestaan van een ACS; ACS omvat het acuut myocardinfarct en instabiele anginapectoris met klachten in rust.

Formularium

  • Bij thoracale klachten en een systolische bloeddruk > 90 mmHg (en afwezigheid van contra-indicatie voor nitraten) → geef nitroglycerinespray of isosorbidedinitraat sublinguaal (zie tabel 11 in NHG-standaard ACS).
    • Bij aanhoudende pijn → herhaal iedere 5 minuten tot een maximum van 3 doses.
  • Bij matig tot ernstige pijn en onvoldoende reactie op nitraten (of een contra-indicatie voor nitraten) → geef fentanyl of morfine intraveneus of nasaal. Middelen worden als gelijkwaardig beschouwd (zie tabel 11 in NHG-standaard ACS).
  • Bij tekenen van respiratoir falen en/of vastgestelde hypoxie (ademfrequentie > 20-24/min en/of zuurstofsaturatie < 94%) → geef 10 tot 15 liter zuurstof/minuut via een non-rebreathing masker.
    • Streefwaarde van de zuurstofsaturatie is 94-98% (88-92% bij COPD) bij > 15 min zuurstoftoediening.
    • Na 5 minuten en bij bereiken streefwaarde → zuurstofbril (zuurstofflow 1 tot 6 liter/minuut op geleide van de zuurstofsaturatie).
  • Breng een infuusnaald in → spuit de naald door met 2 ml NaCl 0,9% (indien op dat moment geen medicatie wordt gegeven).
  • Geef patiënten een oplaaddosis acetylsalicylzuur oraal. Geldt ook voor patiënten die al een trombocytenaggregatieremmer, vitamine K-antagonist of directe orale anticoagulantia (DOAC) gebruiken (zie tabel 11 in NHG-standaard ACS).

Verwijzen

  • Indien ACS waarschijnlijk is/thoracale klachten nog aanwezig zijn/thoracale klachten in afgelopen 12 uur → bel direct een ambulance met A1-indicatie.
    • Wacht na inschakeling bij de patiënt tot de ambulance gearriveerd is.
    • Indien PCI geïndiceerd → de ambulanceverpleegkundige communiceert met de interventiecardioloog.
    • Indien PCI niet geïndiceerd → de huisarts communiceert met de cardioloog naar wie wordt verwezen.
  • Indien ACS waarschijnlijk is/thoracale klachten > 12 uur geleden → bel een ambulance met een A2-indicatie.
    • Wacht na inschakeling bij de patiënt tot de ambulance gearriveerd is → tenzij de veiligheid van de patiënt op een andere manier kan worden gewaarborgd.
    • De huisarts zorgt voor mondelinge/schriftelijke overdracht naar de ambulanceverpleegkundige.
  • Bij vermoeden van ACS bij pijn langer geleden (bijv. > 72 uur) en verdwenen, maar met  tekenen van complicaties (bijv. hartfalen) → overleg met de cardioloog.

Flowchart verwijzing naar tweede lijn

Terugverwijzen

  • Na 7 tot 12 maanden, nadat de cardioloog onderzoek en behandeling heeft afgerond, de geïndiceerde medicatie is gestart en overige geïndiceerde interventies zijn uitgevoerd.
    • Voor criteria zie flowchart. 
  • De cardioloog verstuurt in principe binnen 24 uur na opname voor ACS een bericht aan de huisarts waarin relevante en op dat moment beschikbare informatie wordt meegedeeld (kopie opnamebrief).
  • Secundaire preventie opgestart. Voor streefwaarden zie risicocategorieën en streefwaarden bij behandelindicatie en beleid uit de NHG-Standaard Cardiovasculair risicomanagement.

 

Flowchart terugverwijzing naar eerste lijn

 

Vervolgbeleid:

  • Behandeling vindt plaats conform het CVRM-protocol van de NHG.
  • Het eerste consult bij de huisarts vindt plaats binnen 4 weken nadat patiënt bij de cardioloog uit de controle is ontslagen → patiënt dient zelf contact op te nemen voor het maken van een afspraak met de huisarts.
  • Voor terugverwijzing naar de cardioloog zie 'Flowchart verwijzing naar tweede lijn'

1. Risicocategorieën en streefwaarden bij behandelindicatie en beleid

2. Cardiovasculair risicomanagement

Contactpersonen

Robert Joustra, cardioloog

Christine Greb, kaderarts hart- en vaatziekten

Laatste versie

Juni 2023